Veilig werken in de open teelten

De meeste ongelukken in de agrarische en groene sector gebeuren met machines. Met een goede voorbereiding, zorgvuldig gebruik, onderhoud en het opvolgen van veiligheidsinstructies kun je ongevallen voorkomen. Lees onze tips.
Een mechanische aardappelrooier op een akker.

Geef je medewerkers duidelijke instructies

  • Neem de tijd om (nieuwe) medewerkers op te leiden voor het gebruik van machines. Geef duidelijke werkinstructies aan alle medewerkers. En geef ze regelmatig een opfriscursus.
  • Geef je medewerkers duidelijke instructies in hun eigen taal én controleer of ze de instructie goed hebben begrepen. En in de praktijk brengen.
  • Laat je medewerkers alleen die machines bedienen waarvoor ze zijn opgeleid.
  • Hang machine-instructiekaarten op in de buurt van de machine.
  • Spreek je medewerkers erop aan als je ziet dat ze onveilig werken met een machine.
  • Zorg dat je medewerkers gevaarlijke situaties en ongevallen met machines altijd melden.

Veilig werken in het veld

  • Werk je met meer mensen rondom dezelfde machine, bijvoorbeeld bij het vullen van de aardappelpootmachine met pootgoed? Zorg dat je elkaar altijd ziet, zo verklein je de kans op overrijden.
  • Moet je een machine bijstellen op het veld? Let erop dat je niet bekneld kunt raken tussen de tractor en de machine. Zet de aftakas altijd uit. 
  • Lift alleen mee op normale zitplaatsen.

Veilig de weg op

Is je machine goed zichtbaar voor andere weggebruikers?

  • Doet alle verlichting het? Controleer de koplampen, achteruitrijlampen, knipperlichten en remlichten.
  • Heb je markeringsborden aangebracht? Gebruik borden met diagonale rood/witte banen als je machine breder is dan je tractor. Of als je lading meer dan 1 meter naar achteren uitsteekt.
  • Zijn de ruiten van de cabine schoon?

Rijd je met je machine op de openbare weg?

  • Is je machine breder dan de wettelijke toegestane afmetingen? Vraag dan ontheffing aan bij de wegbeheerder. Dit doe je bij de RDW als je machine breder is dan 3 meter, maar smaller dan 3,5 meter én als je route binnen het mandaat van de RDW valt. Anders doe je dat bij de wegbeheerder zelf (gemeente, provincie, waterschap of Rijkswaterstaat).
  • Rijdt je personeel met een landbouwwerktuig op de openbare weg? Controleer of zij in het bezit zijn van een T-rijbewijs. Internationale Europese werknemers met een geldig B of C rijbewijs dat is afgegeven voor 1 juli 2015 mogen hiermee tot 1 juli 2025 een landbouwwerktuig besturen.  

Veilige machines, waar moet je op letten?

  • Werkt de machine nog zoals die hoort te werken?
  • Zitten alle veiligheidsvoorzieningen nog op de machine en werken ze? Controleer voor gebruik of de beveiligingen aan staan.
  • Zijn de afschermingen en beschermingen zo geplaatst dat medewerkers er niet gemakkelijk omheen, overheen, doorheen of onderdoor kunnen werken?
  • Hebben alle machines (gebouwd na 1 januari 1995) een officiële CE-markering en zijn oudere machines beoordeeld?
  • Repareer schades aan beschermkappen en verlichting zo snel mogelijk.

Laat je machines regelmatig onderhouden door een deskundige, volgens opgave van de fabrikant of leverancier. Zorg tijdens het onderhoud ook voor controle van alle veiligheidsfuncties, en los eventuele problemen op voordat je de machines gebruikt.

Meer weten over machineveiligheid?
In de Arbocatalogus lees je alles over machineveiligheid en over veiligheidsregels voor speciale machines of activiteiten.
Je risico’s inventariseren en vaststellen hoe je deze kunt verkleinen? Een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) is hiervoor een waardevol instrument.