Beter een goede buur dan een verre vriend. Het spreekwoord bestaat niet voor niets. Maar wat als de band met de bewoners van het huis naast je niet zo best is? Of erger nog: je onenigheid met ze hebt? Marjonne Verhoeven en Sharona van Wamelen van Achmea Rechtsbijstand geven juridisch advies. Ze vertellen wat ze op de werkvloer zoal tegenkomen. Hoe je de burensituatie plezierig houdt. En wat je kunt doen als het onverhoopt toch tot flinke bonje komt.
Bonje met de buren kan veel oorzaken hebben, zo weten de burenrechtspecialisten maar al te goed. Van Wamelen: ‘Waar ik veel telefoontjes over krijg? Vooral gedoe met betrekking tot overbouw en overhangende takken. En een schutting die niet óp, maar óver de erfgrens is neergezet.' Ook geluidsoverlast is een veelvoorkomend probleem. ‘Dieren die veel kabaal maken, luidruchtige warmtepompen, voetstappen op houten vloeren en schuivende stoelen bijvoorbeeld.' En dat terwijl overlast juist een ontzettend lastig begrip is, geeft ze aan. ‘Want ‘hinder’ heeft met iemands beleving te maken en is dus geen feit. Moeilijk te objectiveren en hard te maken in een eventuele rechtszaak dus.’
Verhoeven, Van Wamelen en hun collega’s worden in principe ingeschakeld als buren er samen écht niet meer uitkomen. Diegenen met een rechtsbijstandverzekering kunnen hen dan raadplegen voor advies. ‘Wij mogen zelf niet procederen bij de rechtbank. Maar we kunnen vooraf bijvoorbeeld wel redelijk goed inschatten wat de kansen van onze cliënten zijn’, aldus Van Wamelen. ‘Onder meer op basis van expertiserapporten kijken we of een procedure opstarten de moeite is. Mocht dat inderdaad het geval zijn, dan mogen we wél een proces aangaan bij de kantonrechter.’ In 99 van de 100 gevallen is er juridisch gezien helaas weinig aan overlast te doen, zo geven de specialisten aan. ‘Dan sturen we op een gezamenlijke oplossing. Zo voorkom je dat de situatie onnodig vervelend wordt.’
De adviezen van de 2 juristen zijn om meerdere redenen van belang. Verhoeven: ’Sommige mensen willen hun buren hard aanpakken en hun gelijk krijgen. Daarom overwegen ze een rechtszaak. Ze kijken daarbij niet naar de lange termijn. Wij weten: de kans dat je na afloop van zo’n proces prettig naast elkaar blijft wonen, is klein. En schakel je een rechter in, dan ben je alle regie kwijt. Ben je het niet eens met het vonnis? Pech gehad. Met een samen overeengekomen tussenoplossing ben je dan veel meer geholpen. Dat benadrukken wij tijdens zo’n overleg.’
Hun veel gegeven advies om er – al dan niet met een bemiddelingspartij – samen uit te komen, is soms even slikken voor cliënten, zo merkt Verhoeven in de praktijk. ‘Toch is het onze taak om ze de voordelen van de niet-juridische weg te laten zien.’ Gelukkig zijn er meestal nog vele mogelijkheden om escalatie tussen partijen te voorkomen. Van Wamelen: ‘Vooral op het gebied van communicatie en bewustwording. Want hoe moet je buurman weten dat je een probleem hebt als jij daar niets over zegt?’ Na een goed gesprek met de juristen gaan cliënten vaak opeens wél wat voor bemiddeling voelen. Dit terwijl het eerst absoluut geen optie voor ze was.’
De juristen geven toe: zij zitten ook weleens met hun oren te klapperen. ‘Ik herinner me een zaak over een man die zijn bomen weigerde te snoeien. Hij liep namelijk graag naakt door de tuin en wilde zijn privacy behouden’, zo vertelt Van Wamelen. Maar of het nu om een ‘klassieke’ overlastzaak of een wat opmerkelijker geval gaat: snel handelen, helder communiceren en samen tot een oplossing komen zorgt meestal voor een goede afloop.
De burenrechtspecialisten springen soms ook zelf in de pen om de goede zaak te helpen. Van Wamelen: ‘Heeft een gesprek van buur tot buur geen effect gehad, dan vragen we de persoon in kwestie om een beetje rekening met onze cliënt te houden. Afhankelijk van de situatie kunnen we daar wel of niet consequenties aan verbinden. Wanneer de kans van slagen klein is, gaat dat bijvoorbeeld niet op. Maar ook dan is een brief versturen wel degelijk de moeite van het proberen waard.’ Zo’n officieel ogend document doet soms namelijk wonderen, zo blijkt in de praktijk. ‘Ik verzond er bijvoorbeeld eens een naar een school. Omdat leerlingen iedere dag weer met een bal tegen de muur van mijn cliënt gooiden. Die zaak had bij de rechtbank waarschijnlijk geen standgehouden. Maar na mijn brief was het bij mijn cliënt thuis wel opeens rustiger.’
In de zaken die de juristen onder ogen krijgen, hebben de buren vaak al geen beste relatie, zo geven ze aan. Van Wamelen: ‘In sommige gevallen staat er zelfs een hele geschiedenis van procedures bij ons in het systeem.’ Toch zien ze het ook bij goede buren gebeuren; een opmerking die zó slecht valt dat van woongenot bijna geen sprake meer is. Verhoeven: ‘Een verhuizing door een burenruzie komt vaak voor. Dat sterkt ons in ons ‘wees er op tijd bij-pleidooi’. Dan kun je een probleem aankaarten zonder dat er sprake is van heftige emoties. En is de kans op een prettige oplossing het grootst.’
Loop je ergens tegenaan? Of erger je je? Volg onderstaande tips:
Er zijn natuurlijk ook gevallen waarin 1 van de partijen wel duidelijk aan het kortste eind trekt, maar niet thuis geeft. Een verkeerd geplaatste schutting is bijvoorbeeld eenvoudig aan te tonen. Het Kadaster geeft uitsluitsel op dat gebied. Verhoeven: ‘Weigeren je buren dan toch nog actie te ondernemen, dan kan een rechtszaak een duidelijke klap op het geschil geven. Als al het andere niet werkt, dan is dat mogelijk wat er nodig is.’
Achmea Rechtsbijstand ontvangt jaarlijks ook de nodige telefoontjes over écht uit de hand gelopen burenruzies. Ruzies waarin bijvoorbeeld fysiek geweld wordt gebruikt. Van Wamelen: ‘Een cliënt werd een aantal keren door zijn buurman in elkaar geslagen. Hoe erg we dat ook vinden, wij kunnen daar niets mee. Dat is een politiekwestie. In zo’n geval is het echt zaak aangifte te doen.’