Hoe (klein)kindveilig is jouw woning?

Iedere 6 minuten belandt er in ons land een 0 tot 11-jarige bij de spoedeisende hulp (SEH). Onder baby’s en peuters is dit in 90 procent van de gevallen door een ongeluk in of rond het huis. Volgens Mieke Cotterink, onderzoeker bij kenniscentrum VeiligheidNL, zijn veel van die ongevallen vrij gemakkelijk te voorkomen. Ze deelt een aantal oorzaken van ernstig letsel. En hoe je de omgeving veiliger maakt.

Op 14 SEH's in Nederland staan registratiesystemen van VeiligheidNL. Daarmee krijgt het kenniscentrum inzicht in zaken als oorzaak, soort letsel, leeftijd en geslacht van diegenen die er binnenkomen. Zo ook over de allerjongste patiëntengroep. 'Gecombineerd met de resultaten van observatieonderzoeken en bevraging van Nederlandse ouders, ontwikkelen we interventies, campagnes en voorlichting. Voor zowel ouders als professionals die met kinderen werken. Op die manier voorkomen we meer leed', aldus Cotterink.

Veelvoorkomende ongevallen tegengaan.

Ja, een ongeluk zit in een klein hoekje. Toch zijn er een hoop mogelijkheden om de kans erop te verkleinen, zo geeft Cotterink aan. 'Onze focus? Het aantal veelvoorkomende letsels met ernstige gevolgen terugdringen. Vraag je me hoe we de meeste narigheid tegengaan? Dan wil ik vooral wijzen op de trap, vijvers en sloten, hete vloeistoffen en kleine items. Wat wij merken is dat het fysieke kunnen van kleine kinderen vaak wordt onderschat. Ouders denken: dat kan die van mij nog niet. Of: daar kan die nog niet bij. Maar ze zijn creatief en tot meer in staat dan je denkt. Het is daarom belangrijk dat je oog hebt voor de groei die je kind doormaakt en signalen herkent die duiden op een nieuwe mijlpaal in de ontwikkeling. Zodat je aanpassingen kunt maken nog voordat het zover is.'

  1. Een val van de trap.
    Allereerst de trap. Het is de grootste bron van ellende, zo stelt de onderzoeker. 'Ouders realiseren zich niet altijd dat zodra een kind kan kruipen, het ook kan klimmen.' Hangen de traphekjes nog niet als het moment van kruipen plots daar is, dan kan dat grote gevolgen hebben. 'Op tijd installeren betekent dus ophangen nog voordat er van kruipen sprake is. Het liefst zowel boven- als onderaan de trap. En echt áltijd sluiten natuurlijk.' Ook beginnen met leren traplopen zodra je kind eraan toe is, is van belang. 'Ga samen oefenen zodra je kleine goed kan lopen. Doe dat zonder rommel op de trap, en trek je kind antislipsokken of -slofjes aan. Komt hij of zij dan toch per ongeluk een keer op de trap terecht, dan is er in ieder geval al wat ervaring opgedaan.'
  2. Verdrinking in vijver of sloot.
    De 2e tip van Cotterink heeft te maken met water. Want dat trekt kinderen aan. Zéker wanneer er vissen in zwemmen. 'Het is daarbij een grote misvatting dat je een val in het water heus wel op tijd merkt. Komt een kleintje in het water terecht, dan doet het niets. Het verdwijnt gewoon kopje-onder. En voor verdrinking is 10 centimeter al genoeg.' Haar advies: zorg dat kinderen überhaupt niet bij water in de buurt kunnen komen. 'Plaats een hek voor je vijver. Leg er tijdelijk een metalen rooster overheen. Of liever nog: demp hem tijdelijk.' Weet daarnaast waar in de buurt nog meer water te vinden is. 'De vijver van je buren bijvoorbeeld. Of de sloot achter je woning. Zo is duidelijk in welke situaties je extra alert moet zijn.'
  3. Verbranding door hete vloeistoffen.
    Andere belangrijke aandachtspunten? 'Hete koffie en thee. Omdat er toch nog vaak thee met een kind op schoot wordt gedronken. Of kinderen op een onbewaakt moment bij de waterkoker, theepot of warme kop koffie kunnen. Ook hier weer worden de kleintjes vaak fysiek onderschat. Ouders worden overvallen over hoe snel en behendig ze al via een krukje, leertoren of ander opstapje bij de hete vloeistof kunnen.' Cotterink adviseert allereerst met klem geen kinderen op schoot te nemen met hete drank in de buurt. 'Maar leeg ook de waterkoker na ieder gebruik, werk het snoer goed weg en gebruik een thermoskan in plaats van een theepot.' Overigens nog een aparte vermelding voor het gebruik van tafelkleden. 'De klassieker is het kind dat leert staan, zich aan een tafelkleed optrekt en daarmee hete vloeistoffen over zich heen krijgt. Gebruik die dingen dus álsjeblieft niet met kinderen in huis.'
  4. Knoopcelbatterijen inslikken.
    In deze toplijst met impactvolle huis-tuin-en-keukenongevallen moeten ook de kleine onderdelen worden vermeld. 'Zeker kruipende kinderen vinden van alles en stoppen dat makkelijk ongemerkt in hun mond. En vooral de knoopcelbatterijen vormen dan een groot gevaar, omdat ze een elektrisch stroompje afgeven dat het weefsel van de slokdarm aantast, zo legt Cotterink uit. 'Zo'n schijfje brandt zelfs vrij snel door de wanden. Met alle gevolgen van dien.' In een tijd waarin steeds meer knoopcellen gebruikt worden, is dat goed uitkijken dus. 'Met afstandsbedieningen en het gehoorapparaat van opa. Maar ze zitten ook in die goedkope ledwaxinelichtjes. Terwijl je die misschien juist als alternatief voor echte kaarsen kocht, omdat er bij jou thuis kinderen rondlopen. Neem daarom 5 minuten de tijd en controleer je huis op deze onderdelen. Doe daarnaast een stuk tape om het klepje van de afstandsbediening. En breng lege batterijen metéén naar een afvalpunt.'
  5. Magneetjes inslikken.
    En magneetjes? Die vormen vooral een gevaar als een kind er meerdere binnenkrijgt, zo legt Cotterink uit. 'Ze zoeken elkaar dan op. Met een mogelijke darmperforatie tot gevolg. Ben je dus bewust van de magneten in het speelgoed van de grote broer of zus. Daar komt een kleintje namelijk gemakkelijk mee in aanraking.' En leg losse magneten hoog weg. Net als de batterijen, of de items waarin ze verwerkt worden. 'Vraag ook oppasopa's en -oma's waakzaam te zijn op dit gebied.'

Altijd zoeken naar een balans.

VeiligheidNL definieerde 7 mijlpalen in de ontwikkeling van kinderen van 0 tot 4 jaar. Omrollen, tijgeren, lopen en leren omgaan met regels bijvoorbeeld. 'Weet je hoe je kunt merken dat een nieuwe mijlpaal eraan zit te komen? Dan word je er niet door overvallen en loop je nooit achter de feiten aan. Je kunt er namelijk alvast op voorbereiden.'

En waar ouders de fysieke vaardigheden vaak onderschatten, óverschatten ze soms de cognitieve functies van het kinderbrein. 'Zo kun je een kind pas vanaf een jaar of 2 leren dat je van een bank kunt vallen. Of van de trap', zo voegt de onderzoeker nog toe. 'Ouders denken al snel: ik heb het oneindig vaak gezegd, dus mijn kind weet dat ondertussen wel. En ze lijken het ook echt te weten. Maar wanneer de situatie maar een béétje anders is, geldt in hun hoofd die regel opeens niet meer. Bij opa en oma bijvoorbeeld, op een andere bank. Of bij een andere trap. Iets om in gedachten te houden dus.'

Meer weten?

Ben je benieuwd naar de 7 mijlpalen die VeiligheidNL definieerde? En hoe je ze op tijd herkent? Of wil je meer concrete tips om ongelukken in en rond het huis te voorkomen? Op de website kinderveiligheid.nl vind je alles over de onderzoeken van Cotterink en haar collega’s. En is alle informatie aanwezig om ongelukken tegen te gaan.