Zo voorkom je bevroren leidingen 

Als de temperatuur tot onder het vriespunt daalt, kan dat zorgen voor prachtige sneeuwlandschappen en verfrissende sleesessies. Maar dit weer heeft ook een keerzijde. Het gevaar van bevriezing van jouw leidingen bijvoorbeeld, met alle beschadigingen en lekkages van dien.

Wij willen voorkomen dat jij als het buiten vriest, binnen geen stromend water meer hebt of andersom. Of dat jouw kelder langzaam in een binnenzwembad verandert. Zo voorkom je bevroren waterleidingen:

Het begint met het goed isoleren van je koudwaterleidingen. Je kunt dit bijvoorbeeld doen met speciale buisisolatie. Of de gratis variant; door ze in oude dekens te wikkelen. Isoleer vooral de leidingen die tegen een buitenmuur of bij een raam of deur zijn geplaatst. Doe dit klusje liefst voordat de winter zijn intrede doet. Isoleer of pak warmwaterleidingen niet in; stel een boiler in op minstens 60 graden en spoel de waterleiding nadat je op vakantie bent geweest.

Omwikkel ook de buizen rondom de watermeter met isolatiemateriaal of een deken, vooral als ‘ie zich in de tuin of op of in de buurt van de buitenmuur bevindt. Bevriezing kan onnodige defecten veroorzaken. En dat zou zonde zijn.

Dicht alle mogelijke openingen; van kelderraampjes tot de spleten en kieren van deuren waar je nog steeds een tochtstrip voor wilde gebruiken. De enige uitzondering op de regel vormen de ventilatiegaten voor de verwarmingssystemen. Ga voor de rest grondig te werk!

Zet jouw thermostaat ’s nachts niet lager dan 14 - 16 graden. Schakel de verwarming in de verschillende ruimtes van je woning nooit helemaal uit. Met name de buizen in een berging of dakruimte vormen een risico. Denk er ook aan dat je de verwarmingen jaarlijks ontlucht.

Laat leidingen die je weinig gebruikt leeglopen en draai ze dicht; de leidingen in de tuin bijvoorbeeld. Vergeet trouwens niet de buitenkraan na het afsluiten nog even open te laten staan, zodat achtergebleven water uit de afgesloten leidingen kan stromen.

Komt er tijdens de vorst geen water meer uit jouw kraan? Of laat jouw verwarming je in de steek? Je hebt dan waarschijnlijk met bevroren leidingen te maken. Handel als volgt:

1.    Controleer of je buren nog wel stromend water hebben. Is dat het geval, dan zijn jouw leidingen inderdaad bevroren.
2.    Draai de hoofdkraan dicht.
3.    Loop je leidingen na op scheurtjes.
4.    Geen scheurtjes gevonden? Laat de leidingen dan ontdooien door er warme doeken omheen te binden en deze zo nu en dan door een nieuw warm exemplaar te vervangen. Op die manier smelt het water in de leiding heel geleidelijk. Het knappen van de buis wordt zo voorkomen. Ook een föhn of een elektrische kachel kan uitkomst bieden.
5.    Is het ontdooien gelukt, zet de kranen in huis dan open. Vergeet er op sommige plekken trouwens geen emmers onder te zetten. Dat scheelt overlast als het water weer gaat stromen.
6.    Zijn de leidingen vorstvrij? Zet de hoofdkraan dan voorzichtig open. Blijf alert op scheuren en lekken en schakel een loodgieter in als je alsnog op dergelijke tegenvallers stuit. Vergeet de hoofdkraan dan overigens niet weer af te sluiten! 

Heb je bij stap 3 wél scheurtjes gevonden? Dan is het niet verstandig om zelf te gaan pionieren. Bel een loodgieter voordat je aan het ontdooien slaat.