Bij de 1e inbraak werden veel spullen gestolen die een grote emotionele waarde hebben. "Ze namen mijn gala-uniform mee van mijn tijd bij de landmacht", vertelt Paul. "Ook al droeg ik het niet meer, het betekende toch veel voor mij. Het is een deel van je identiteit. Het is verbonden aan het beroep dat ik met trots heb uitgeoefend. Hetzelfde geldt voor de diploma’s die ze stalen. Natuurlijk kun je een kopie aanvragen, maar aan de originele papieren zaten bijzondere herinneringen."
Paul speurde na de inbraak het internet af naar zijn gala-uniform, in de hoop dat de dieven het online probeerden te verkopen. Zonder succes. Ook namen de dieven sieraden van zijn vrouw mee die ze erfde van haar ouders en grootouders. "Je krijgt de waarde van de spullen die zijn gestolen wel vergoed, maar de emotionele waarde die aan bepaalde items zitten kun je simpelweg niet in geld uitdrukken", legt Paul uit. "Mijn vrouw vond het vreselijk dat die sieraden waren meegenomen. Maar wat ze nóg erger vond, was het idee dat vreemden door haar persoonlijke spullen zijn gegaan en aan haar kleren hebben gezeten. Dat er iemand ongewenst door je huis is gegaan: dát is het allerergste aan een inbraak."