Soms kom je termen tegen die veel verzekeraars gebruiken, maar die niet echt duidelijk zijn. Bijvoorbeeld ‘opstalverzekering’. Wat betekent dat nu eigenlijk? En wat is het verschil tussen een woonhuis-, inboedel- en opstalverzekering? We leggen het graag uit.
De beruchte ‘kleine lettertjes’, bestaan die nog? Iedereen gruwt ervan. Begin op een verjaardag maar eens over het onderwerp verzekeringen of verzekeraars. Iedereen heeft er wel een mening over. Jaren geleden introduceerden wij ‘Glashelder’. In onze voorwaarden lees je heel helder wat wel en niet verzekerd is. Niemand wil voor verrassingen komen te staan, zeker niet als je schade hebt. Want die schade is al vervelend genoeg.
Met een woonhuisverzekering verzeker je de belangrijkste risico’s die je loopt als huiseigenaar. Zoals schade door een brand of storm. Denk ook aan kleinere schades. Bijvoorbeeld als er een bal door de ruit gaat. Of denk aan lekkages; een waterschade is vaak een enorme kostenpost. Bijvoorbeeld als door een gesprongen leiding je parketvloer volledig onder water staat. Gelukkig kun je zelf ook veel doen om waterschade te voorkomen.
Een woonhuisverzekering is vaak verplicht als je een hypotheek afsluit. Zo weet de hypotheekverstrekker of bank zeker dat bij een grote schade de woning wordt herbouwd of hersteld.Sommige zaken zijn verplaatsbaar, maar vallen toch onder de opstalverzekering. Of andersom. Het Verbond van Verzekeraars stelde een lijst op wat er valt onder de opstal- of inboedelverzekering. Zo gaan alle verzekeraars hier hetzelfde mee om.
Een aantal voorbeelden: